In de vastentijd moesten we drie keer per week voor de lessen begonnen naar de kerk. Als je dat niet deed dan kreeg je geen prentje van Broederlijk Delen en dan was uw collage op het einde van de vasten niet in orde, dan kwam je stickers tekort. De pastoor was altijd de moeite hij had de slechte gewoonte om in de micro te hoesten en te snuiten en wij dan maar gniffelen. In de maand mei kregen we enveloppen waar we mee moesten rondgaan om het Maria beeldje van Battel te versieren. Aan ieder deur bijna werd er geld ingestopt.